Woorden voor de wereld 2018

Woorden voor de wereld, uitgesproken door ds. Anne-Meta Kobes in Sportstad op 24 december 2018

Wauw, Gymusic! En het Grootkoor! Zij kunnen mooi bewegen zeg.
Eens kijken of de kinderen van het kinderkoor ook zo soepeltjes bewegen.
Wie het eerste bij mij is, mét de buit!

Mn.. een stapel vuilniszakken. Dank jullie wel.
Op kerstavond verwacht je toch een andere buit.
Eens kijken wat er in zit.
Een leeg melkpak, iemand interesse? Hij is netjes omgespoeld, dat wel.
Een zak chips, zonder chips. Iemand?

Nu denk je waarschijnlijk: wat een troep. Afval.
Van deze spullen zeggen we: dit heeft geen waarde meer.
Zeggen we dat ook wel eens van een ander mens?

We zijn snel geneigd om de ander in een hokje te plaatsen.
Want: we vormen ons in de eerste seconden dat we iemand ontmoeten, een beeld van die ander. Vaak is dat onschuldig: je ziet een persoon in de rij voor de kassa en maakt de inschatting of diegene snel kan inpakken of niet, en of je er dus aan wilt sluiten. Maar soms kunnen die snel gevormde beelden nare gevolgen hebben. Voor onszelf en voor de ander:

Oh ik heb gehoord dat hij een burn-out heeft, nou met hem kunnen we dus helemaal niets meer beginnen.
Die Turkse vrouw daar, nee joh, dat is niets voor ons bedrijf: zij spreekt beroerd Nederlands.
En: oh kom jij uit Friesland? Nou dan loop je vast behoorlijk achter.
Hup, weggestopt.

In het kerstverhaal komen we dat ook tegen: dat mensen in hokjes worden gestopt. Jozef en Maria en iedereen uit hun omgeving, moeten zich inschrijven in de stad waar hun familie vandaan komt. Dat geeft de regering lekker snel overzicht, we hebben er zoveel uit het noorden, zoveel uit zuid.. Overzichtelijk. Maar wat zegt hun afkomst over wie Jozef en Maria nu zijn? Wat zegt hun herkomst over hun nog ongeboren kind?

Dat kind blijkt heel anders te zijn dan iedereen verwachtte. Hij mocht dan klein en kwetsbaar ogen, geboren in een dierenverblijf, hij werd een mens die zelfs 2000 jaar later nog anderen inspireert. Hij ging zocht contact met mensen die je liever vermijden zou. Ken je dat verhaal over die man die in een boom klom om Jezus te kunnen zien? Die man was klein, de boom lekker hoog, maar die boom was ook een goede verstopplek zodat anderen hem niet zagen. Jezus zag hem wel. Riep hem naar beneden en ging zelfs bij hem eten. De mensen spraken er schande van. Zij dachten zwart wit. Die man in die boom was slecht. Maar Jezus dacht in de kleur van zijn hart. Een hart waar ruimte is voor kleur en nuance.

Denk vanuit je hart. Wat denk jij? Er is vast veel meer te zeggen over die jongeman die thuiszit met zijn burn-out. Hij ís zijn burn-out niet. Hij is veel meer, veel veelkleuriger dan dat. En die Turkse vrouw brengt misschien wel een schat aan levenservaring mee. En jij, uit Friesland, wij weten echt wel beter dan dat we hier achterlopen – ik zou zeggen: we lopen juist vóór!

Er is veel meer te zeggen over jou en over de ander, dan dat zwart-witte oordeel dat geveld wordt.

Laten we proberen om de volgende keer als we een nieuw persoon ontmoeten, misschien al vanavond, hem of haar niet direct in een hokje te plaatsen. Maar te luisteren naar wat diegene te zeggen heeft. Laat je leiden door vrede op aarde en begrip voor elkaar. Laten we de volgende keer als we iemand ontmoeten, niet zwart wit denken, maar in de kleur van ons hart.

Amen